Simon

Voornaam:
Nieuw op deze site:

           
Elia    Eleonora    Stanislaus    Peerke Donders   

Betekenis van de naam Simon

De naam Simon is een Griekse variant van de Hebreeuwse naam Simeon. De betekenis van beide namen is: "Hij die hoort, verhoort".

Voornamen

Als mannennaam afgeleid van Simon:
Mon, Mong, Siem, Sieme (Fries), Siemen, Siemon, Sim, Simen (Fries), Simke (Fries), Simon.

Of als vrouwennaam afgeleid van Simon:
Simke (Fries), Simona, Simone (Frans), Simonetta (Italiaans), Simonette, Simonia, Simonne.

Klik hier voor gratis te downladen telpatroon 48 x 32 kruisjes

Canon Heilige

Simon is een van de z.g.n. canon heiligen.
Tot aan het concilie van 1976 werd over de hele wereld in de Heilige Mis hetzelfde Latijnse canon gebed gebruikt. Daarin zijn twee lijstjes met heiligen opgenomen.
Het eerste voor de consecratie waarin de volgende heilige staan:
Maria altijd Maagd en haar bruidegom Jozef, verder en de heilige apostelen en martelaren Petrus en Paulus, Andreas, Jacobus (de Meerdere), Johannes, Thomas, Jacobus (de Mindere), Philippus, Bartholomeus, Matthëus, SIMON, en Thaddeus; Linus, Cletus, Clemens, Xystus, Cornelius, Cyprianus, Lauretius, Chrysogonus, Johannes en Paulus, Cosmas en Damianus.
Na de consecratie volgde het lijstje:
De heiligen, apostelen, martelaren en martelaressen: de heilige
Johannes (de Doper), Stephanus, Mathias, Barnabas, Ignatius, Alexander, Marcellinus, Petrus, Felicitas, Perpetua, Agatha, Lucia, Agnes, Caecilia en Anastasia.

Simon, apostel

Simon, apostel en martelaar; gestorven rond 70.

Simon draagt in de evangeliën de bijnaam 'De IJveraar' (in het Grieks: 'Zeloot' en in het Aramees 'Kananeus'). Hij behoort aanvankelijk tot de Zeloten een politieke groepering die de Joden wil bevrijden van het Romeinse juk, en die de Romeinen desnoods met geweld het Land uit wil jagen.

Volgens Matheus 13, 53 - 58 zijn Simon en Judas "broers" van Jezus.

Matheus 13, 53 - 58.
Toen Jezus deze gelijkenissen beëindigd had, ging Hij daar weg.
Hij kwam in zijn vaderstad en onderrichtte hen in hun synagoge op een manier die hen verbaasde, en ze zeiden: "Waar heeft Hij die wijsheid en machtige daden vandaan? Dat is toch de zoon van de timmerman? Zijn moeder heet toch Maria, en Jakobus, Jozef, Simon en Judas zijn toch zijn broers?
Zijn zusters wonen toch allemaal bij ons? Waar heeft Hij dat dan allemaal vandaan?"
En ze namen aanstoot aan Hem. Maar Jezus zei hun: "Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn vaderstad en in zijn eigen huis." Hij verrichtte daar niet veel machtige daden vanwege hun gebrek aan vertrouwen.


De bijnaam Kananeus van Simon is in de geschiedenis vaak verkeerd begrepen, ten onrechte meende men dat Simon afkomstig was uit Kana in Galilea waar Jezus zijn eerste wonder verrichtte. Zelfs heeft men wel gedacht dat Simon de bruidegom was op diezelfde bruiloft, zoal beschreven in Johannes 2, 1 -11.
Johannes 2, 1 - 11
Op de derde dag werd er een bruiloft gevierd te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was.
Ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd.
Toen de wijn opraakte, wendde de moeder van Jezus zich tot Hem en zei: "Ze zitten zonder wijn."
Jezus antwoordde: "Wat hebben ik en u daarmee van doen, Vrouwe? Mijn uur is nog niet gekomen."
Zijn moeder zei tegen de dienaren: "Wat Hij u ook beveelt, doe het maar."
Nu stonden daar zes stenen waterbakken ten behoeve van het Joodse reinigingsgebruik, elk met een inhoud van twee tot drie metreten.
"Doe die bakken vol water," beval Jezus hun. Ze deden ze vol water, tot de rand toe.
Vervolgens zei Hij: "Schep er nu wat uit en breng het naar de tafelmeester." En ze deden het.
De tafelmeester proefde het water dat wijn was geworden, maar wist niet waar die vandaan kwam; de dienaren die het water geschept hadden wisten het wél.
De tafelmeester riep dus de bruidegom en zei: "Iedereen schenkt toch eerst de beste wijn, en de gewone pas wanneer er al flink gedronken is. Maar u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!"
Dat was het begin van Jezus’ tekenen, te Kana in Galilea.
Hij openbaarde zijn heerlijkheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.

Simon is wél één van de door Jezus zelf uitgekozen twaalf apostelen zoals te lezen in Matheus 10, 4 en Markus 3,13-19

Matheus 10 1 - 4
Hij (Jezus) riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en elke ziekte en elke kwaal te genezen.
De namen van de twaalf apostelen* zijn deze: allereerst Simon, die Petrus genoemd wordt, en dan Andreas, zijn broer, Jakobus van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer,verder Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus van Alfeüs en Taddeüs, SIMON KANANEUS en Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft.

Markus 3,13-19
Hij (Jezus) ging de berg op en riep bij zich wie Hij wilde, en ze kwamen naar Hem toe.
Hij stelde er twaalf aan, die Hij ook apostelen noemde, met de bedoeling dat ze Hem zouden vergezellen, en uitgezonden zouden worden om te verkondigen, met de macht om de demonen uit te drijven.
Hij stelde deze twaalf aan. Simon gaf Hij de bijnaam Petrus. Jakobus van Zebedeüs en Johannes, de broer van Jakobus, gaf Hij de bijnaam Boanerges, dat betekent Donderzonen.
Verder Andreas, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas, Jakobus van Alfeüs, Taddeüs, SIMON KANANEUS, en Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft.

Voor goede lezers komen Simon en zijn broer Judas nogmaals uitdrukkelijk voor in het Nieuwe Testamen namelijk in de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 9,5. Daaruit blijkt dat de broers Simon en Judas in het jaar 57 nog actief zijn. Daaruit blijkt tevens dat beide apostelen evenals Petrus getrouwd zijn.

1 Korintiërs 9, 1 -10
Ben ik geen vrij man? Ben ik geen apostel en heb ik Jezus onze Heer niet gezien? En u bent toch mijn werk in de Heer? Al ben ik voor anderen geen apostel, voor u toch zeker wel; want u bent in de Heer het waarmerk van mijn apostelschap.
Dit is mijn antwoord aan mijn critici. Hebben wij niet het recht om te eten en te drinken? Hebben wij niet het recht om een christenvrouw mee te nemen, zoals de andere apostelen en de BROERS van de Heer en Kefas? Of zijn Barnabas en ik de enigen die verplicht zijn te werken voor hun levensonderhoud?

Na het verhaal van de neerdaling van de Heilige Geest over de apostelen met Pinksteren (Handelingen 1,13 en 2,1-12) komen de namen Simon de IJveraar en Judas in de Evangeliën niet meer voor.

Handelingen 1, 13
Toen de Apostelen de stad binnenkwamen, gingen ze naar de bovenzaal waar ze gewoonlijk verbleven: Petrus, Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus van Alfeüs, SIMON DE ZELOOT en Judas van Jakobus.
Zij bleven allen trouw en eensgezind in gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers.

Handelingen 2, 1 - 12
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen.
Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij waren.
Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten.
Zij raakten allen vol van heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun ingaf.
Nu woonden er in Jeruzalem vrome Joden, afkomstig uit ieder volk onder de hemel. Toen dat geluid opkwam, liep de menigte te hoop en raakte in verwarring, omdat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken.
Ze stonden versteld en vroegen zich verwonderd af: "Maar dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken! Hoe is het dan mogelijk dat ieder van ons de taal van zijn geboortestreek hoort? Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en hier woonachtige Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken over de grote daden van God."
Ze stonden allen versteld, en in grote verlegenheid zei de één tegen de ander: "Wat heeft dit te betekenen?" Maar anderen zeiden spottend: "Ze zitten vol wijn."

In latere beschrijvingen wordt er vaak op gewezen dat Simon zeer strikt is in het vervullen van de christelijke plichten. Mogelijk dat daar zijn bijnaam IJveraar mee te maken heeft.

Een aantal apocriefe verhalen vertelt dat Simon onder de Joden preekt en dat hij als martelaar sterft door onthoofding, kruisiging ofwel doordat hij door midden is gezaagd.
Veelal wordt verteld dat hij onder andere in Egypte en Armenië preekt en dat zijn dood in Pezië plaatsvindt.

Volgens een legende gaat Simon na Jezus' hemelvaart eerst naar Egypte om daar het evangelie te verkondigen. Daarna reist hij samen met Judas Taddeus (niet de verrader!) naar Perzië. Daar dopen zij meer dan 60.000 mensen, de kinderen niet meegeteld. Onder de dopelingen is ook een koning.
Helaas worden ze tegengewerkt door de beide tovenaars Zaroes en Arphaut. Die zijn eerder door Matteüs uit Ethiopië verdreven.
Eens komen de tovenaars in een stad, genaamd Suanir. Daar wonen 70 afgodspriesters. De tovenaars zetten de priesters op tegen de beide apostelen met de bedoeling dat zij gedwongen worden een offer te brengen aan de heidense goden. Doen ze dat niet, dan verdienen ze de doodstraf.
Gezien het feit dat de apostelen het hele land doorkruisen, komen ze ook in deze stad. Meteen worden ze aangevallen door de priesters en de bevolking van de hele stad. Ze grijpen hen vast en brengen ze naar de zonnetempel. Daar beginnen de duivels door de monden van de heidenen tegen hen te schreeuwen:
"Wat is er tussen ons en jullie, apostelen van de levende God? Zie, sinds jullie hier zijn binnengekomen, worden wij door het vuur verteerd."
Een engel van de Heer verschijnt aan de apostelen met de woorden:
"Kies één van de twee: of al deze aanwezigen gaan dood, of jullie worden gemarteld."
De apostelen antwoorden:
"Wij bidden God om erbarmen dat Hij ons naar de martelpalm mag leiden, als Hij dan maar ieder wil bekeren."
Er werd om stilte gevraagd. Daarin nemen de apostelen het woord:
"Let op. Dan zult u zelf toegeven dat deze beelden vol met boze geesten zitten. Wij bevelen hen tevoorschijn te komen en wel zo dat meteen ieders eigen beeld breekt."
Direct komen twee zwarte, naakte Moren schreeuwend uit de beelden tevoorschijn en breken ze in stukken. Ieder is behoorlijk van zijn stuk gebracht. Als de priesters dat zien, vallen ze op de apostelen aan en doden hen; daarbij wordt Simon doormidden gezaagd zijn.
Op hetzelfde moment echter komt er een bliksemstraal uit een volkomen heldere hemel die de tempel in drie stukken breekt en de tovenaars verkoold.
De koning laat de lichamen van de apostelen naar de hoofdstad brengen en bouwt ter ere van hen een prachtige kerk.


Patroonheilige

Simons relieken bevinden zich in Rome en Keulen.
Samen zijn de apostelen Simon en Judas beschermheiligen van de Duitse stad Goslar.
Daarnaast is Simon patroon van houthakkers en houtzagers; van schilders, ververs, wevers, leerlooiers en leerbewerkers.
Ook werd hij aangeroepen tegen vrouwen die de baas spelen!

Gedachtenis viering

Samen met de apostel Judas (niet die van Iskariot) wordt Simon herdacht op 28 oktober.

Afbeelding

simon2
Klik hier voor gratis te downladen telpatroon 32 x 24 kruisjes
In de kunst wordt Simon afgebeeld als de meeste apostelen, blootsvoets. Veelal met een zaag, zijn martelwerktuig. Soms ook gekruisigd omdat een andere legende weet te vertellen dat hij de kruisdood gestorven is, toen hij 102 jaar oud was.










Bronzen plaquette van Egino Weinert
(doorklikken "Namenspatronale" en letter S)

Literatuur

  • Butler H.L., Heiligen Levens pag. 153;
  • Jo Claes e.a.: Sanctus, meer dan 500 heiligen herkennen, pag. 284;
  • Clemen Jöckle: Heiligen van Alle Tijden, pag. 407.
  • Links

  • Heiligen Net
  • Op de Duitstalige site Heiligenlexicon meer informatie.