Bruno

Voornaam:
Nieuw op deze site:

           
Eleonora    Stanislaus    Peerke Donders    Aemilianus   

Klik hier voor gratis te downladen telpatroon 48 x 32 kruisjes

Betekenis van de naam Bruno

Bruno is een Germaanse naam afgeleid van het woord 'brûn' dat "bruin" betekent of "donkerkleurig" of "glanzend" en kan dan ook "bruine beer" betekenen.
Of de naam is afgeleid van het Gotische 'brunjô' dat betekent: "borstharnas".

Voornamen

Mannennamen afgeleid van de naam Bruno:
Bronno, Bruining; Bruno; Brunone (Italiaans), Bruun.

Vrouwennamen afgeleid van de naam Bruno:
Bronia, Bruintje, Bruna, Brunhilde, Bruun.

Bruno (1030-1101)

De Heilige Bruno wordt omstreeks 1032 in de omgeving van Keulen geboren, uit een adelijk geslacht.

Na zijn studie in Frankrijk en zijn priesterwijding doceert Bruno theologie en wijsbegeerte in Reims en wordt er directeur van de Domschool. Hij staat in hoog aanzien bij het bisdom, zozeer dat hem het bisschopsambt wordt aangeboden, maar dat weigert hij te aanvaarden.

Het zijn tijden waarin de kerk naast Heiligen ook zeer dubieuze lieden binnen zijn muren heeft. Zo gaat van de aartsbisschop het praatje rond dat hij gezegd heeft: "Reims zou een goed bisdom zijn, als men maar niet, om de inkomsten ervan te genieten, de Heilige Mis moest opdragen!" Hij beschouwt het "baantje" van bisschop dus duidelijk als een wereldse beroep en houdt niet van de geestelijk aspecten die de hoofdzaak zouden moeten zijn.

Dan hoort Bruno van zijn studenten over Hugo, de nieuwe bisschop van Grenoble die in opdracht van de paus de corruptie daar moet beteugelen.

Ook Bruno bestrijdt zo goed en kwaad als het kan de corruptie en weelde van de geestelijkheid, maar ondervindt daarbij veel weerstand.
Hij trekt zich daarop terug als kluizenaar in het onherbergzame Massief de la Chartreuse, een bergachtig gebied ten noorden van Grenoble. Daar bouwt Bruno een kapel met daaromheen een aantal eenvoudige cellen.

Met een zestal volgelingen betrekt Bruno dat "klooster" in 1084, om als kluizenaar verder door het leven te gaan. In het begin volgt hij de regel van de benedictijnen, maar weldra past hij die aan naar zijn eigen idealen.
Daarbij komt de contemplatie op de allereerste plaats en is het leven in gemeenschap wel van belang maar duidelijk ondergeschikt aan die contemplatie. Het naar buiten treden zoals veel kloosterorden dat doen wordt in het leven van de Kartuizers helemaal als van minder belang geacht.

Maar het is Bruno niet gegund lang te leven volgens deze idealen, hij wordt in 1090, doodongelukkig, door paus Urbanus II (een oud leerling van Bruno) naar Rome geroepen als adviseur.
Weldra moet hij met de paus vluchten voor het geweld van de Duitse Koning Henrdrik IV. Ze wonen enige tijd in Zuid Italië.
In Calabrië krijgt Bruno opnieuw het ambt van aartsbisschop aangeboden, maar ook dat weigert hij ten stelligste.

Pas na herhaalde verzoeken, die vaak worden afgewezen, mag hij een nieuwe tweede kartuizer kloostergemeenschap stichten ditmaal in de landstreek Calabrië in Zuid in Italië. Het klooster in La Torre bestaat nog altijd.

De Heilige Bruno wordt beschreven als iemand die er altijd blij uitziet en op wiens lippen het : "O Bonitas" bestorven ligt. We kunnen dat het best vertalen als: "O Goedheid Gods, alles is goed."

De orde regels worden pas 30 jaar na zijn overlijden op schrift gesteld om door de paus te worden goedgekeurd. Deze regels wijken nogal af van de regels van Augustinus en Benedictus, die tot dan toe de belangrijkste kloosterregels hadden geschreven.

Omringd door drie en dertig geestelijk zonen sterft Bruno op 6 oktober 1101

Het lag nooit in de bedoeling van Bruno om Heilig te worden. Leven in stilte en berusting was zijn ideaal. Maar uiteindelijk is Bruno in de zeventiende eeuw door kerk toch Heilig verklaard.

Patroonheilige

Bruno is in onze streken nooit een echte volksheilige geworden.
Wel wordt hij soms aangeroepen tegen de pest.
En er zijn streken waar hij door vissers als patroon wordt beschouwd, dit omdat bij de Chartreuse visvijvers werden aangelegd om het vlees te vervangen dat de monniken niet mochten eten.

Gedachtenis Viering

Op 6 okt viert de kerk de gedachtenis van deze Heilige.
De kloosterorden der Trappisten en Cisterciëncers vieren de gedachtenis verplicht.

Soms wordt Bruno de stichter van de Kartuizer orde, abusievelijk verwisseld met een andere Bruno ook afkomstige van Keulen. Deze heilige bisschop wordt Bruno van Keulen genoemd (overleden 965) en heeft zijn gedachtenis viering op 24 mei.

Martyrologium Romanum

Prídie Nonas Octóbris:
In monastério Turris, diæcésis Squillacénsis, in Calábria, sancti Brunónis Confessóris, qui Ordinis Carthusianórum fuit Institútor.

In het Nederlands:
6 oktober:
In het klooster "De Torre", in het diocees Squillace in Calabrië, Sint Bruno, belijder, stichter van de Orde van de Karthuizers.

Afbeelding

Bruno
Klik hier voor gratis te downladen telpatroon 32 x 24 kruisjes
Op afbeeldingen vinden we de Heilige Bruno meestal afgebeeld in het habijt van de kartuizer orde. Geheel wit met monnikskap en scapulier dat onderaan met brede banden van voor naar achter is verbonden.
Aan zijn voeten zien we dikwijls een mijter en kromstaf om aan te geven dat hij het bisschopsambt tot twee maal toe heeft geweigerd. Ook de wereldbol wordt gebruikt om aan te geven dat hij het wereldse achter zich heeft gelaten of om juist aan te geven dat hij, zoals zijn lijfspreuk "o bonitas" aangeeft overtuigd is van de schoonheid van de schepping.
Soms houdt hij een vinger tegen de lippen om aan te geven dat hij het zwijgen hoog in het vaandel had staan.

Als hij in meditatie wordt afgebeeld is er een kruis of een schedel in zijn nabijheid. Ook een boek komt voor, dit stelt de kloosterregel voor van de Kartuizers, hoewel die pas na zijn dood werd geschreven en goedgekeurd.
Ook wordt hij wel afgebeeld met een ster op de borst of een krans van sterren om zich heen.









Plaquette van Egino Weinert
(doorklikken "Namenspatronale" en letter B)

De Kartuizers


Een Kartuizer abt voor Maria met kind en andere heiligen

De naam van de orde "Kartuizers" is afgeleid van de naam van de Franse landstreek Chartreuse waar het allemaal begon.

De kartuizers, streven naar een combinatie tussen een streng kluizenaars- en een monnikenbestaan. Reeds vóór Christus leven er monniken in de woestijn, mogelijk was Johannes de Doper zo iemand. Ze leefden in eenzaamheid op zoek naar God.

De latere monniken zoals Augustinus en Benedictus hechtten meer waarde aan het samenleven en samen zoeken naar God. Dikwijls werd het kloosterleven gecombineerd met de geestelijke of lichamelijke zorg voor mensen die hun hulp nodig hadden.
Maar Bruno wil terug naar die oudere vorm, naar het kluizenaars bestaan zoals dat ook dan nog beoefend wordt door mannen en vrouwen die zich in laten metselen in kleine huisjes meestal tegen een kerk aangebouwd.


La Grande Chartreuse

In de 12e en 13e eeuw beleeft de orde haar eerste bloeiperiode, die echter in eerste instantie alleen tot Frankrijk beperkt blijft. Later breidt de orde zich over heel Europa uit en bereikt rond het eind van de middeleeuwen het toppunt van haar ontwikkeling.

De kartuizers leggen zich dus toe op een contemplatief leven, zij wijden zich vooral aan gebed en boetedoening. Elke vorm van prediking of religieuze werkzaamheden buiten het klooster is uit den boze.
Zendingsdrift is hun onbekend. Uniek hierbij is de manier waarop de kartuizers die eenzaamheid beleven. Ze leven achter de bescherming van de kloostermuren in hun eigen kluisjes, waar ze ook in eenzaamheid hun maaltijden gebruiken. Hun woonvertrek of kluis bestaat uit een drietal kleine kamers met een tuintje, door een kruisgang verbonden met de andere kloostergebouwen.
De enige gezamenlijke activiteiten zijn de koordiensten en wandelingen. Ze mogen ook niet zonder reden uit hun cel (kluis) komen. Spreken mag alleen tijdens hun wekelijkse wandeling of met de prior.
Je moet dus wel stevig in je schoenen staan, wanneer je kartuizer kloosterling wil worden!
Tijdens hun verblijf in het klooster houden de kartuizers zich, naast gebed en boetedoening ook bezig met handenarbeid en intellectuele bezigheden. Werkzaamheden die ze gezamenlijk verrichten concentreren zich op het maken van zeep, likeur, natuurgeneesmiddelen en enige bosbouw.

In de meeste kloosters wonen vaak niet meer dan 10 tot 15 monniken, aan het hoofd hiervan staat een prior.
Verder zijn er nog andere kloosterlingen, die er echter een niet zo'n strenge levenshouding op na houden als de monniken. Zij hebben geen eigen kluis, werken veelal gemeenschappelijk en vormen de schakel tussen monniken en buitenwereld.
De orde is altijd blijven vasthouden aan haar regel en de idealen van haar stichter. In het Latijn heet het beknopt: "nunquam reformata, quia numquam reformanda," (nimmer hervormd, omdat er nooit hervorming nodig was).

De orde telde anno 2006 ongeveer 370 monniken en 75 monialen. Het moederhuis van de kartuizerorde is de Grande Chartreuse in de omgeving van Grenoble. Verder heeft de orde 24 kloosters verspreid over drie continenten.

In 2005 maakt de Duitse cineast Philip Gröning de film "Die grosse Stille" over het leven van de kartuizers. Hij mocht hiervoor bij wijze van uitzondering meer dan een jaar het dagelijkse leven delen van de monniken van de Grande Chartreuse.

Literatuur

  • Butler H.L., Heiligen Levens pag. 142;
  • Jo Claes e.a.: Sanctus, meer dan 500 heiligen herkennen, pag. 154;
  • Clemen Jöckle: Heiligen van Alle Tijden, pag. 83.
  • Links