Daniël

Voornaam:
Nieuw op deze site:

           
Eleonora    Stanislaus    Peerke Donders    Aemilianus   

danielL
Klik hier voor gratis te downladen telpatroon 48 x 32 kruisjes

Betekenis van de naam Daniël

De naam Daniël komt uit het oude testament. De naam betekent "God is mijn rechter."

Daniël, de pilaarheilige

Daniëlis vooral bekend uit het gelijknamige boek van het oude testament.
Maar de kerk kent ook een Heilige Daniël de pilaarheilige (of Styliet).

Voornamen

Mannen namen afgeleid van Daniël:
Daan, Dan, Dana, Dane (Kroatisch), Daneel, Danek, Danial, Daniël, Daniel, Danilo (Zuid Slavisch), Daniels, Danilo, Danja, Dano, Dános (Hongaars), Danno, Danny (Engels), Dany, Danyal (Turks), Dasco, Denny, Doneal.

Vrouwen namen afgeleid van Daniël:
Daantje, Daleen, Dana, Daniek, Danella, Danelle, Danessa (Amerikaans +Vanessa), Dani, Dania (Slavisch), Danica, Danice, Daniel, Daniela (Spaans), Daniella (Italiaans), Daniella, Daniëlla, Danielle, Daniëlle (Frans), Danielke, Danila (Slavisch), Danine, Danique, Danitsja, Danisha, Danita, Danitcha, Danitia, Danitza, Danja, Danna, Dannah, Danni, Danya, Danyel.

Daniël, profeet O.T.

In de Joodse traditie hoort Daniël bij de Ketoeviem (Geschriften), en staat het tussen de boeken Ester en Ezra in. In veel christelijke bijbeluitgaven staat het boek tussen de profetische boeken. Dit komt doordat we Daniël in het laatste deel van het boek vooral tegenkomen als ziener en profeet.
Daniël beleeft volgens het gelijknamige bijbelverhaal heel wat als hij als balling verblijft in Babylon.

Aan het Babylonische hof (Daniël: 1,1-21)



Meer dan 2500 jaar geleden leeft er een machtige en rijke koning. Het is de koning van Babel genaamd: Nebukadnezar. In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trekt Nebukadnezar, de koning van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegert de stad.
Hij verslaat Jojakim en Nebukadnezar verovert met de stad Jeruzalem een deel van de gewijde voorwerpen van Gods tempel. Samen met een grote groep bannelingen neemt hij die schatten mee naar Sinear in Babylon, naar de tempel van zijn eigen god, en laat ze daar in de schatkamer zetten.
Tussen alle mensen die weggevoerd worden zijn enkele Judeeërs: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja.

Op een dag laat Nebukadnezar zijn hoofdbediende Aspenaz bij zich komen. En geeft hem de opdracht een aantal geschikte jongens uit te zoeken uit de ballingen. Ze moeten van adel zijn, pienter en ook nog knap van uiterlijk.
Uiteindelijk worden Daniël, Hananja, Misaël en Azarja voor de koning gebracht en goedgekeurd.
Zij komen in dienst van de koning, maar ze mogen hun eigen naam niet houden. Zo krijgt Daniël bijvoorbeeld de naam Beltsazar, genoemd naar de afgod Bel.
De jongemannen krijgen een opleiding van drie jaar en komen daarna echt bij de koning in dienst.
Daniël en zijn drie vrienden kunnen heel goed leren en al gauw zijn ze van alles op de hoogte. Daniël bezit ook nog de gave om dromen te kunnen uitleggen.

De droom van Nebukadnessar (Daniël 2,1-49)

Koning Nebukadnezar krijgt eens een nare droom, een nachtmerrie.
Hij schrikt wakker, probeert hij weer te slapen, maar dat lukt helemaal niet.
Hij laat een aantal geleerden, tovenaars bij zich komen en vraagt hen zijn droom uit te leggen. Hij vertelt echter niet wat hij gedroomd heeft om ze op de proef te stellen en dan blijkt al gauw dat ze de droom niet kunnen navertellen.
Dan wordt Nebukadnezar ontzettend boos en onmiddellijk geeft opdracht om deze wijze en geleerde heren te doden.
Dan gaat Daniël naar de koning en vraagt hem: "Majesteit, geeft u mij een beetje tijd en dan zal ik uw droom uitleggen."

Daniël gaat vlug naar huis en roept zijn drie vrienden bij zich. Hij vertelt wat er aan de hand is en vraagt hen om tot de God van Hemel en Aarde te bidden om wijsheid en inzicht.
Hun gebeden worden verhoord en de God van de Hemel en Aarde vertelt aan Daniël wat de koning gedroomd heeft en ook wat die droom betekent.
Bij de koning aangekomen vraagt die: "Kun je mij vertellen wat ik heb gedroomd en wat dat betekent?" "Nee majesteit," zegt Daniël, "geen mens kan weten wat u gedroomd hebt. Maar God in de hemel kan dat wel en God de Heer van de Hemel en Aarde heeft mij laten weten wat u hebt gedroomd en wat het betekent."

En dan begint Daniël: "In uw droom zag u een buitengewoon verschrikkelijk groot beeld van een mens.
Het beeld zag er afschrikwekkend uit en stelde een mens voor met een gouden hoofd en een zilveren borst en armen. Zijn buik en dijen waren van koper. Zijn benen waren van ijzer en zijn voeten van ijzer en klei. En terwijl u keek kwam er een steen van de berghelling afrollen. Die steen verpletterde de voeten van het beeld, zodat het beeld omviel. Toen verpletterde de steen ook de rest van het beeld, zodat er op het laatst alleen nog een grote hoop ijzer, klei, koper, zilver en goud op de grond lag, fijn gemaakt als stof. Toen kwam de wind en alles werd weggeblazen. Niets bleef ervan over. Maar de steen werd steeds groter en groter en groeide uit tot een grote berg, die de hele aarde bedekte."
Koning Nebukadnezar heeft ademloos geluisterd en vraagt: "Wat is de verklaring van dit alles?"

En dan begint Daniël aan de uitleg van deze vreemde droom.
"Majesteit, u bent de machtigste koning op aarde. Uw Babylonische heerschappij heerst over alle koninkrijken en landen. Dit koningschap hebt u van de God van de hemel gekregen. Het is God die u laat heersen over alle mensen tot in de verste uithoeken der aarde. U bent dat gouden hoofd.
Maar aan uw koninkrijk zal eens een einde komen, want ook u zult eenmaal sterven.
Dan zal er een andere wereldmacht komen, kleiner dan het uwe, dat zijn de zilveren borst en armen.
Daarna komt er weer een grote wereldmacht, weergegeven door de buik en dijen van koper.
Het vierde koninkrijk zal hard zijn als ijzer, de ijzeren benen, dat rijk zal alles verwoesten en verbrijzelen.
En tenslotte de voeten en tenen van ijzer en klei. Zij duiden op het volgende koninkrijk, het vijfde, dat zal een verdeeld rijk zijn, gedeeltelijk hard als ijzer en gedeeltelijk broos als gebakken klei.
Deze verdeelde rijkjes zullen proberen machtiger te worden door zich te vermengen door huwelijken. Maar er zal geen eenheid komen, want ijzer en klei laten zich niet mengen.
Maar dan komt de God van Hemel en Aarde. Hij zal een Koninkrijk oprichten, dat nooit ten onder zal gaan. Dat Koninkrijk zal onoverwinnelijk zijn en tot in eeuwigheid blijven bestaan. Het Koninkrijk Gods! Aangeduid door de steen, die van de berg afrolt en uiteindelijk uitgroeit tot een reusachtige berg."

Dan zwijgt Daniël.
Nebukadnezar is blij met de uitleg en Daniël krijgt een heel hoge functie. Zijn metgezellen Sadrach, Mesach en Abednego (de nieuwe namen van Hananja, Misaël en Azarja)worden zijn assistenten.
Door zijn hoge functie kan Daniël veel voor de Joden betekenen.

Het gouden beeld (Daniël 3,1-30)


Op een dag komt Koning Nebukadnezar op het idee om een groot gouden beeld te laten maken. Dat beeld wordt 27 meter hoog. Als het beeld wordt ingewijd moeten alle hoge ambtenaren van het rijk er bij aanwezig zijn.
Dan wordt er omgeroepen: "Het is de wil van de koning dat, zodra de muziek begint te spelen, iedereen zich languit op de grond laat vallen om het beeld te aanbidden. Wie dat niet doet, zal in de brandende oven worden geworpen!" Even later begint de muziek te spelen en iedereen gaat op de grond liggen. Iedereen? Nee, toch niet... drie mannen blijven gewoon staan. Het zijn Sadrach, Mesach en Abednego.
Ze moeten bij de koning komen, die erg boos op hen is.



"Hoor eens Sadrach, Mesach en Abednego,"zegt Nebukadnezar, jullie weten toch wat er met je gebeurt als je het beeld niet aanbidt? Dan zul je in de brandende oven worden geworpen en geen enkele god kan je daaruit redden, zelfs jullie God niet." "Dat zullen we nog wel zien," zeggen Sadrach, Mesach en Abednego, "onze God kan ons zeer zeker uit die brandende oven en uit uw macht redden majesteit. Of Hij het zal doen weten we niet, maar in geen geval zullen wij uw beeld aanbidden." Woedend is Nebukadnezar dan en hij geeft opdracht de oven zeven keer zo heet als normaal te maken en daarna moeten Sadrach, Mesach en Abednego erin worden geworpen.
Ze worden stevig gebonden aan handen en voeten en in de hete oven gegooid.
Dan stuurt de God van de Hemel en Aarde een engel om hen te beschermen. De banden, waarmee ze gebonden zijn, worden verbroken en ongedeerd wandelt ons drietal, samen met de engel door de brandende oven.

Als Nebukadnezar de volgende ochtend komt kijken kan hij zijn ogen niet geloven.
"Kijk," buldert hij, "drie mannen hebben wij gebonden in de oven geworpen en nu lopen zij ongedeerd door de oven, het vuur deert hen helemaal niet. En er is nog een vierde man bijgekomen en dat lijkt wel een engel!"
Hij laat de deur van de oven openen en roept luid: "Sadrach, Mesach en Abednego! Kom uit de oven!" De drie mannen stappen ongedeerd uit de oven zelfs hun hoofdhaar is niet geschroeid.
Nu looft Nebukadnezar de God van Sadrach, Mesach en Abednego. En hij bepaalt dat wie ook maar iets oneerbiedigs over de God van Sadrach, Mesach en Abednego zegt, in stukken zal wordt gehakt.

Later krijgt Nebukadnezar weer eens een vreemde droom, waar hij niets van begrijpt.
Het valt voor Daniël niet mee die droom uit te leggen. Want de droom betekent dat de Heer van Hemel en Aarde Nabucadnezar zeven jaren lang moet leven als de koeien dat hij gras en planten moet eten als hij zich niet bekeert tot de God van Hemel en Aarde, die hij inmiddels duidelijk heeft leren kennen.

Nebukadnessar door de mensen verstoten (Daniël 3,31-4,34)

Als Daniël de koning tenslotte de waarheid uitlegt is de koning niet onder de indruk. Hij leeft op oude voet voort...en wordt inderdaad gestraft en verstoten van de troon.
Na zeven jaar komt Nebukadnezar weer bij zinnen. Hij kijkt omhoog naar de hemel en aanbidt de Allerhoogste. En Koning Nebukadnezar krijgt zijn koningschap terug.

Het feestmaal van Belsassar (Daniël 5,1-6,1)




Een latere koning van Babel is Belsazar.
Deze Belsazar nodigt op een dag duizend machthebbers uit voor een groot feest. Hij laat de gouden en zilveren gewijde bekers, die Nebukadnezar vroeger uit de tempel te Jeruzalem heeft geroofd, halen en daaruit drinken ze de wijn. En ze drinken niet weinig.
Maar dan gebeurt er iets vreemds. Aan de muur tegenover de koning verschijnt zomaar een mensenhand en die hand aan de muur begint te schrijven.
De koning wordt lijkbleek en roept: "Wie kan lezen wat daar staat? Wie mij dit kan uitleggen zal rijkelijk worden beloond!" Maar zelfs de geleerdste heren begrijpen er niets van.
De koningin echter zegt: "Maak je toch niet zo druk Belsazar, weet je dan niet dat er in je rijk een man woont met grote wijsheid? Nebukadnezar stelde hem aan als hoofd van alle geleerden." "Laat die man onmiddellijk hier komen, "schreeuwt Belsazar.
Daniël wordt gehaald en voor de koning geleid. De koning zegt: "Verklaar mij, wat die hand daar op de muur heeft geschreven en ik zal je met kostbare geschenken overladen en je mag als derde man over mijn rijk de baas zijn." "Geef uw geschenken maar aan een ander," zegt Daniël, "daar heb ik geen belang bij, maar ik wil u wel vertellen wat daar op de muur staat." Toen koning Nebukadnezar groot en machtig was en zich niets van de geboden van de God van Hemel en Aarde aantrok, werd hij verstoten en moest hij zeven jaren in het veld met de dieren leven.
U bent geen haar beter. U leeft er maar op los. U gebruikt zelfs de bekers uit de tempel om u te bezatten.
Daarom heeft de Here God een hand deze boodschap op de muur laten schrijven:
'MENE, MENE, TEKEL, UFARSIN.'
(De dagen) GETELD, (de daden) GEWOGEN en (het rijk) GEDEELD'.
In het kort komt dat dus hierop neer: u bent gewogen en te licht bevonden in Gods ogen. God heeft de dagen van uw koningschap geteld en daar komt nu een einde aan."
Omdat deze uitleg duidelijk is geeft Belsassar bevel Daniël in purper te kleden en hem een gouden keten om de hals te hangen, en hij laat afkondigen dat Daniël als derde in rang zal regeren over het koninkrijk.
Nog diezelfde nacht wordt Belsazar gedood.

En daarna behoort Babel dus tot het rijk der Meden en Perzen.
De koning besluit om de hoogste post in het rijk aan Daniël te geven. Daniël wordt dus een soort opperonderkoning.

Daniël in de leeuwenkuil (Daniël 6,2-29)




Plaquette van Egino Weinert
(doorklikken "Namenspatronale" en letter D)

Daniël heeft in zijn huis op de bovenverdieping een slaapkamer, waarvan het open raam in de richting van Jeruzalem uitkijkt.
Drie maal per dag knielt Daniël voor dat open raam om te bidden tot de Here God van Hemel en Aarde.
Dan maakt Darius een wet, waarin bepaald wordt, dat iedereen die in de komende dertig dagen iets vraagt aan een God of een mens, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. Men mag alleen iets verzoeken aan de koning, aan Darius.
Lang hoeven de belagers van Daniël niet te wachten, want Daniël bidt immers drie keer op een dag voor het open raam. En meteen gaan de klikspanen naar de koning.
"Majesteit," zeggen ze tot de koning, "u heeft een verbod uitgevaardigd, dat niemand zich met een verzoek mag richten tot een ander dan tot u." "Jazeker," zegt koning Darius, "dat heb ik en het is een wet van Meden en Perzen, die kan dus niet worden herroepen." "Maar majesteit," zeggen de klikspanen, "Daniël trekt zich totaal niets aan van uw verbod. Drie keer op een dag knielt hij voor zijn open raam, dat uitziet richting Jeruzalem om daar tot zijn God te bidden."

Wat krijgt de koning een spijt van zijn verbod, want hij is erg gesteld op Daniël.
Hij treuzelt nog erg, maar de klikspanen blijven bij hem aandringen en er zit voor de koning niets anders op, dan opdracht te geven Daniël in de leeuwenkuil te werpen.
Voor dag en dauw staat hij de volgende morgen op en haast zich naar de leeuwenkuil.
"Daniël, Daniël," roept hij, "Daniël leef je nog? Heeft jouw machtige God je beschermd tegen de leeuwen? Daniël, als je me hoort, geef dan alsjeblieft antwoord." En tot zijn onuitsprekelijke vreugde hoort hij de stem van Daniël: "Geen zorgen majesteit, ik leef nog, de leeuwen hebben mij niets gedaan en ik wens u een heel lang leven toe! De Here God van Hemel en Aarde heeft mij zijn engel gestuurd om mij tegen de leeuwen te beschermen." De koning laat Daniël uit de kuil omhoog trekken. Ook geeft hij opdracht de klikspanen, gevangen te nemen en in de plaats van Daniël in de leeuwenkuil te werpen.
Koning Darius laat aan al zijn onderdanen weten, dat ze diepe eerbied en ontzag moeten betonen aan de God van Daniël, de God van Hemel en Aarde.

Daniël bekleedt een hoge positie en is erg geliefd tijdens de regering van Darius en daarna ook tijdens de regering van de Perzische koning Kores.

De laatste hoofdstukken (7 t/m 12) beschrijven visioenen van Daniël die het boek een plaats hebben bezorgd onder de Oud Testamentische Profeten.

Gedenkdag

21 juli gedenkt de R.K. Kerk de Profeet Daniël.

Afbeelding

danielL
Klik hier voor gratis te downladen telpatroon 32 x 24 kruisjes


De meeste afbeeldingen van Daniël verbeelden gedeelten uit het verhaal zoals hierboven is weergegeven.

Links

  • Heiligen Net geeft als altijd veel informatie.
  • Op de Duitstalige site Heiligenlexicon meer informatie.
  • De verhalen van Daniël komen oorspronkelijk uit de Joodse traditie.